De lente is begonnen, de zomertijd ingegaan.
De eerste lentezon roept. Fiets en tent kijken me vragend aan.
In een paar dagen, via paalkampeerplekken, rondom de Biesbosch. Een route is zo gepland.
Een mooie gelegenheid om nieuwe kampeerspullen te proberen. Met nieuwe titanium pannen, een lichtgewicht brander en luchtbed, een
zelfgemaakt windschermpje van soepblik en nieuwe voortassen is mijn bepakking lichter dan ooit.
De Biesbosch, ontstaan in de jaren na de St. Elisabethsvloed van 1421 door overstroming van de Groote ofte Zuydt Hollantsche Waert. In de jaren hierna bleef het gebied overstroomd worden en vormde zich een gebied met kreken en riet.
Een gebied waar ik de komende drie dagen rond en doorheen zal fietsen.
De grootste uitdaging hierbij zal zijn om, om te gaan met de gevolgen van de ziekte van Lyme. Afgelopen zomer heb ik mijn fietstocht door Bosnië moeten afbreken vanwege, wat later bleek, de gevolgen waren van een eerder opgelopen tekenbeet.
Uit voorzorg zal deze tocht zoveel mogelijk over bekende wegen gaan zodat de kans om de weg niet meer te weten minimaal is, zal de tocht dicht bij huis plaatsvinden zodat ik makkelijk thuis kan komen als de zeurende pijn in gewrichten en hartstreek dwingt tot opgeven en fiets ik slechts korte afstanden om te lange concentratie te voorkomen. Dat de bepakking lichter is dan gebruikelijk vormt een toevallige compensatie voor mijn ontplofte lichaamsgewicht.
Aan het begin van de middag is de fiets beladen en vertrek ik onder een blauwe lucht en tegen een straffe noordooster.
Over de polderdijken slinger ik door het Hoekse Waardse landschap naar Oud-Beijerland waar ik bij de haven even van het uitzicht geniet.
Onderweg barst even later de lente los, onder een stralende zon fiets ik even later langs de Oud Maas.
De heerlijke temperatuur voor de tijd van het jaar heeft niet alleen mij naar buiten gelokt. Op de dijken, langs het water en op fietspaden wordt volop genoten van de zon.
Eenmaal bij de Oude maas neem ik even tijd om te genieten van van de rust die de rivier uitstraalt. De stralende pijn rond m'n knieën en de tot flauwvallen benauwende pijn in m'n hartstreek lijken even vergeten.
Mijn tocht gaat verder, vanaf Heerjansdam langs 't Waaltje en na Rijsoord over de Pruimendijk.
Over de Noord en voorbij Alblasserdam is het tijd voor de molens en de rivieren. Langs wuivende rietkragen, met molens op de achtergrond, slinger ik door de waard. Aan de ene kant water en aan de andere kant weilanden.
Knotwilgen en eendenkooien langs mijn pad, zeurende pijn in mijn borst.
Tegen het eind van de dag bereik ik mijn overnachtingsplek de "Donkse Laagten".
Omgeven door rust, met niets dan het geluid van vogels, richt ik mijn bivak in. In de verte luidt de kerkklok en roept op tot het avondgebed, een verleiding ik met gemak weersta.
De zon zakt langzaam onder. Vanuit mijn tent zie ik kuddes vogels voorbij trekken. Even later zoek ik onder een heldere sterrennacht mijn slaapzak op.
De ochtendkou zorgt voor een witte deken over het land terwijl de zon vanachter de horizon omhoog klimt.
De Donkse Laagten bleek een fijne bivakplek. Naast een beschermd (vogel)natuurgebied en midden in 'n stiltegebied waar alleen het gemaal 's nachts boven de 40dB uitkomt. Langzaam neem ik afscheid.
Zodra de zon de witte deken laat smelten ga ik op pad.
Rivier en weilanden wisselen elkaar af. Twee boeren maken een praatje vanaf de trekker, gewoon midden op de weg, het enige andere verkeer bestaat uit een fietser met bepakking. Smalle fietspaden langs de riviertjes die deze waard doorkruisen brengen met naar Giessenburg waarna ik de Alblasserwaard verlaat. Met de oversteek van de Merwede fiets ik het land van Altena binnen.
Na m'n rustpauze, waarbij ik de tent laat drogen, volg ik de rivierdijk. Woeste natuur met wilde paarden en koeien is te zien vanaf de uitkijktoren in de uiterwaarden. Slingerend langs de Boven-Merwede nader ik Woudrichem. Eens onderdeel van de Hollandse Waterlinie, nu een mooi dorpje binnen de wallen waar oude gebouwen nog herinneren aan het verleden. Ik zoek m'n weg door de oude straten waar dokter Tinus zich vandaag niet laat zien.
Na de Boven-Merwede volgt de Afgedamde Maas. Door kleine dorpjes volg ik de meanders van de rivier tot ik na Wijk en Aalburg de Bergse Maas ontmoet.
De temperatuur loopt inmiddels op tot zomerse waarden. Heerlijk weer voor de ooievaar om haar nest in orde te maken. Met de wind in de rug en de zon op m'n gezicht geniet ik van deze rit. Eenmaal in Hank moet er het ervan komen, de eerste ijsco van het jaar.
Bij het verlaten van Hank zet ik koers richting de Biesbosch. Ik zwerf wat rond met de fiets totdat 'n mooi gelegen fietspad mij langs kreken, de Bakkerskil en het Steurgat, laat genieten van prachtige uitzichten.
Uiteindelijk leidt de Bakkerskil me tot het bospad naar m'n eindbestemming, de Griendwerkershut.
De Griendwerkershut lijkt een grote houten tent. Een paalkampeerplek met buiten de paal en binnen houten tafels, stoelen en ledikanten, verscholen tussen de bomen.
Onder een alweer blauwe lucht zoek ik mijn weg over het bospad en laat de Griendwerkershut, een toch wel bijzondere overnachtingsplek, achter. De ochtendkou zorgt ervoor dat ik deze dag begin met muts op en handschoenen aan.
Al snel bereik ik het fietspad langs het Steurgat en geniet alweer van de rust en natuur om me heen. Eenmaal Werkendam voorbij zwerf ik door de Biesbosch, langs akkers, moeras en kreken. Vogels bevolken de waterpartijen, ik beklim een heuveltje en krijg uitzicht de omgeving, niets dan groen en water. Onder me strekt zich een spaarbekken uit, daar komt mijn kraanwater vast vandaan.
Halverwege de ochtend kom ik aan bij het Biesboschmuseum. Zeven kamers tonen de geschiedenis van het gebied vanaf de overstroming van de Grootte Waert tot aan de recente natuurontwikkeling.
Na de pont naar de Kop van 't Land verandert de Brabantse Biesbosch in Hollandse Biesbosch. Langs grienden en door bossen vervolg ik m'n tocht.
Eenmaal in de Hoekse Waard stuur ik weer richting het water waar ik eerder langs reed, maar dat hier een andere naam heeft. De Oeverlanden bij Strijensas verwelkomen fietsers en wandelaars. Ook hier vindt natuurontwikkeling plaats. Net als in de Biesbosch lopen hier nu kreken, liggen er plassen en grienden.
Ganzen poseren voor de foto, zwanen lopen op het pad dat ik volg naar de Paalkampeerplek.
Deze ziet er uitnodigend uit, een afgesloten veldje met picknickplek aan 'n meertje. Ik besluit toch om door te fietsen, over de dijk naar Zuid-Beijerland.
's Avonds komt de regen en de wind.